Met dit beeld koos Hans Mes voor vormen, kleuren en materiaal waaruit de band van Delfzijl met de zee op duidelijke en herkenbare wijze blijkt. De dukdalven symboliseren het havengebeuren. Basalt is toegepast om te verwijzen naar de bescherming van het land door de dijken. Het schuim van de branding, gehouwen wit graniet, belichaamt de ruwe zee en haar kracht. De meeuwen zijn met dit alles onlosmakelijk verbonden. Hun kleur, die van het graniet, het grijs van de glasgevel en het zwartgrijs van dukdalven en treden zijn de kleuren van de zee. Door de spiegelende glasgevel zowel binnen als buiten te accentueren met een compositie van meeuwen gaat het grijs getinte glas werken als lucht, bewolking. Door de horizontale wit granieten vormen zo te plaatsen, dat zij de lijnen van de trappen en gevel volgen ontstaat de associatie met golven en schuim. Ook in het bestratingwerk is in kleur en vorm rekening gehouden met associaties: een golvende lijn markeert een beige klinkergebied als was het een strand. Met dit geheel van kunsttoepassingen, architectuur en bestrating ontstaat een samenhangend totaalbeeld, dat werkt als een enorm “ruimtelijk zeegezicht”: Het gezicht van Delfzijl.