Dit werk, uitgevoerd in de hall, het trappenhuis en de kantine van het gebouw van de G.D.S.W. te Groningen symboliseert met 55 verschillend vormgegeven bijen de bedrijvigheid van de Sociale Werkvoorziening en de veelheid aan functies van allen die hier zowel binnen- als in de buitendienst werkzaam zijn. De twee honingraatcomposities verwoorden de wetmatigheid van de werkzaamheden en symboliseren het industrieel gebeuren. Door de combinatie van bijen en raten ontstaat het beeld van de samenwerking, die nodig is om collectief iets tot stand te brengen in de samenleving. Door de keuze bewust op een figuratieve vormgeving te richten is het werk, maar ook de symboliek, herkenbaar voor de gebruikers: ambtenaren en de aan hun zorg toevertrouwde lichamelijk of geestelijk minder validen, werkzaam in WSW verband. Opstelling en vormgeving zijn overal nadrukkelijk verschillend om ondanks de veelheid aan beeldende elementen iedere wetmatigheid behalve die van de raten uit te sluiten en een optimale ruimtelijke werking te bereiken.